We hebben een prachtige tijd met elkaar gehad afgelopen zomer. Deze zomer was een zomer welke droog was en erg warm. De op twee na heetste zomer sinds 1901. Wat betekent dit dan voor onze bewoners? Dit betekent dat bij te hoge temperaturen de dagbestedingsprogramma’s aangepast worden. We stoppen eerder met werkzaamheden. We gaan vroeger naar huis vanaf Staatsbosbeheer of de visvijvers. Omdat je niet altijd weet hoe warm het is maar ook niet hoe warm het soms voelt, vraagt dit soms ook flexibiliteit en inlevingsvermogen van de medewerkers die op deze dagen werken. Maar ook voor bewoners die in de ochtend te horen krijgen dat het programma anders is dan anders. En ja, zeker zijn er bewoners die blij zijn. Want we zijn lekker vroeg vrij! Voor de ander is het schakelen en balen dat het anders is dan we gewend zijn.
Aansluitend hierop wordt er in de middag een programma aangeboden met bijvoorbeeld zwemmen in de IJssel voor de bewoners die verkoeling willen of niet lang stil kunnen zitten. Op de groep is er aandacht voor verkoeling en rust. Zo ook voor diegene die het fijn vindt iets nog te mogen of te kunnen doen. Zij helpen met het avondeten voorbereiden of doen een extra rondje langs de dieren om te kijken of ze genoeg water hebben.
Nu is de zomer niet alleen werken, maar bestaat deze ook uit genieten van de zon en van de ontspannen sfeer die het mooie weer vaak met zich meebrengt. Bewoners en ook medewerkers vinden het heerlijk als het tempo aangepast wordt naar de temperatuur. En er ontstaat vaak een sfeer van gezelligheid en genieten. Het gevoel wat vergelijkbaar is met op vakantie gaan of op vakantie zijn. Genieten in het moment. Zo zie je dat er lekker buiten gegeten wordt, dat er zwembadjes opgezet worden, er wordt lekker in de zon gezeten, er wordt muziek gedraaid en bovenal wordt er samen geleefd en genoten. Die zomer geeft iets extra’s boven op de ontspannen sfeer die er toch al wel vaak hangt.
Er wordt vaak gezegd: “Het is zo warm en welkom bij jullie!” In de zomer kun je dit dus met gemak plus twee doen.
Om dit zomergevoel eer aan te doen hebben we in de zomer veel leuke dingen gedaan. Zo zijn we naar een roofvogelhoeve geweest waar bewoners uilen en andere soorten roofvogels mochten vasthouden. We zijn naar een open dag van Feyenoord geweest, we zijn wezen vissen en mountainbiken. We hebben heerlijk gewandeld langs de rivier de IJssel en hier ook in gezwommen. We hebben in het bos gewandeld, omdat daar de temperatuur soms een stuk aangenamer was. We hebben ons verwonderd over de diertjes en andere wonderen van de natuur die we er zagen. We zijn naar de kermis geweest in Deventer en in Zwolle. We zijn fruit wezen plukken bij een fruitboer in de buurt. We kwamen thuis met 20 kilo appels en peren. We zijn nog meer wezen zwemmen in de IJssel. Ook zijn we geregeld gaan wandelen en sporten.
Een grote variatie aan activiteiten welke een voor een onderstrepen dat medewerkers kijken naar wat er kan. En wat de bewoner nu fijn vindt om te doen. Jezelf de vraag stellen: Hoe kan ik het vakantiegevoel creëren? En hoe wordt dit beleefd door de ander. Zo zie je in activiteiten en werken dat er vanuit dit gevoel gewerkt wordt. En dat dit niet altijd dingen zijn als een uitje naar bijvoorbeeld de kermis. Maar dat dit ook bestaat uit de bewoner even opzoeken die het warm heeft, en een lekker ijsje meenemen. Of met de voetjes in een bak koud water.
Al deze goed ingevoelde aanpassingen voor de zomer worden herinneringen. Bewoners praten nog lang na over die zomer van…. Toon Hermans schreef hier een mooi gedicht over wat passend is;
Zomers van toen zijn groener en warmer, zomers van nu zijn een tikkeltje armer. Maar straks zijn de zomers van nu net zo groen en zo warm, want dan zijn het de zomers van toen.
